Spring naar inhoud

Honing

Bijen maken honing van nectar dat ze uit bloemen halen. Als er bloemen bloeien waaruit bijen nectar halen, zegt de imker dat er 'dracht' is. Planten die nectar geven noemt de imker drachtplanten.
Een vliegbij die eten voor het bijenvolk verzamelt, zoekt naar bloemen of bloesem in de buurt van het volk.
Zij slurpt de nectar uit de bloem en slaat dat op in haar honingmaagje. Als dat vol zit, vliegt ze terug naar huis en geeft die nectar af in het volk aan de bijen die zorgen voor de opslag van nectar. Ze stoppen het in de cellen van de honingraat.

In nectar zit nog te veel vocht.
De huisbijen gaan er voor zorgen, dat een groot deel van het vocht uit nectar wordt verdampt.
Dat doen bijen door met hun vleugels te 'wapperen', terwijl ze verder gewoon stilstaan. Door dat de vleugels lucht in beweging brengen ontstaat er een soort ventileren.

Ventilerende bijen

Als er minder dan zo'n 20% vocht in de nectar is overgebleven, vaak is dat percentage nog lager, tot soms wel 16,5%, dan is nectar honing geworden en maken bijen een dekseltje van was op die cel zodat de honing luchtdicht bewaard wordt.

De honing die door de imker wordt geoogst is nooit dezelfde honing als bijvoorbeeld van het jaar daarvoor.
De smaak verschilt dan ook altijd. Dat komt omdat er veel meespeelt als bijen nectar verzamelen.
Wat is het jaargetijde? In voorjaar zijn het de katjes, de krokussen en de fruitbomen die bloeien, daarna komt het koolzaad. In de zomer is het vooral de lindebloesem die nectar geeft. Hier op Schouwen-Duiveland bloeit niet of nauwelijks heide, maar op de Veluwe worden in augustus heel veel bijenvolken geplaatst, om heide honing te kunnen oogsten.
En in najaar zijn het vooral de bloemetjes van de klimplanten die door de bijen worden bezocht.
Dus verschillende bloemen, maar ook de hoeveelheid bloemen én het weer, is het mooi vliegweer of is het te koud en regent het veel, zorgen voor een bepaalde honingsmaak. Want als het slecht weer is als de fruitbomen bloeien, vliegen de bijen niet of nauwelijks uit om nectar te halen en wordt nectar die binnenkomt direct door het volk gebruikt om van te leven en is er er dus nauwelijks of geen honing dat de imker af kan nemen.

Van honing die in Nederland door bijen wordt gemaakt, mag op het etiket worden gezet dat het Nederlandse honing is. Er wordt veel honing in de rest van de wereld gemaakt. Er wordt ook veel honing geïmporteerd en worden honingsoorten afkomstig uit allerlei streken gemengd. Die honing vind je vooral in de supermarkt. Kijk maar eens op de honingetiketten.

Als de imker weet dat de honing rijp is, dat is wanneer alle celletjes van de raat zijn afgesloten, dan kan de honing worden geslingerd.
Eerst worden alle dekseltjes van de cellen afgehaald met een speciale vork. Dat wordt ontzegelen genoemd. De dekseltjes komen dan in een bak te liggen en als alle deksels er af zijn worden de raten, die in raampjes zitten, in de honingslinger geplaatst.

Het ontzegelen van de raten
Ontzegelvork

Een honingslinger is een grote ton, waarin in het midden een soort kooi zit die rond kan worden gedraaid. De raten worden in die kooi gezet en worden dan rondgedraaid. Door dat draaien vliegt de honing uit de cellen tegen de wand van de ton en druipt naar beneden. Door een afsluitbaar gat onderin de honingslinger komt de honing dan in een zeef zodat alle was deeltjes en andere dingen uit de honing worden gezeefd en het schoon in een emmer wordt opgeslagen voordat het in potjes wordt gedaan.

de honingslinger

Als de honing in een emmer zit dan meten we altijd de hoeveelheid vocht in dié honing. Want als we weten hoeveel vocht er in de honing zit, kunnen we uitrekenen hoe lang de honing tenminste houdbaar is.
Is het vochtpercentage bij voorbeeld beneden de 17,4 % dan mag op het etiket worden gezet dat de honing ten minste 18 maanden houdbaar is. Is het percentage echter hoger dan 19,5 % dan is de tenminste houdbaarheid maar 3 maanden.
Dat meten gebeurt met een apparaatje dat het vochtgehalte meet. Zo'n vocht meter wordt refractometer genoemd.

Refractometer
De honing in de pot